Logo van Gemeente Noordoostpolder dat doorverwijst naar de homepage
Logo van Gemeente Noordoostpolder dat doorverwijst naar de homepage

LIOR - Openbare Verlichting & technische installatie

Bram Arts (0527) 63 32 10 of b.arts@noordoostpolder.nl

Openbare verlichting

Algemeen

In alle gevallen dient de beheerder van de openbare verlichting geraadpleegd te worden. De beheerder bepaalt de definitieve keuze voor armaturen en masten. De beheerder heeft hiervoor een productblad met armaturen en masten welke jaarlijks geactualiseerd wordt. Uitgangspunt hierbij is standaardisatie. Het actuele productblad/materiaallijst is te verkrijgen via de contactpersoon openbare verlichting.

Ons areaal aan openbare verlichting bestaat uit ruim 10.500 objecten en meer dan 5 km aan kabel- lengte. Het begrip openbare verlichting omvat lichtmasten, lampen, armaturen, kasten en het netwerk aan bekabeling om de lichtmasten van stroom te voorzien. Als beheerder zijn we verantwoordelijk deze objecten in goede staat te houden, waarbij onze openbare verlichting niet sneller degradeert dan op grond van de gemiddelde levensduur mag worden verwacht.

Doel

Beheer en onderhoud van de openbare ruimte is een kerntaak van de gemeente. Een kwalitatief goede infrastructuur draagt bij aan het welzijn en de veiligheid van onze samenleving. Openbare verlichting vergroot de verkeersveiligheid en draagt bij aan de sociale veiligheid. De verlichting bepaalt ook mede de uitstraling, sfeer en aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Daarnaast is een veilige en duurzame installatie erg belangrijk. Een veilige installatie betekent dat een mast niet omvalt, maar betekent ook dat het veilig is een mast aan te raken. Functioneel en goed beheer en onderhoud van openbare ver- lichting draagt dus bij aan een veilige en aantrekkelijke omgeving om te wonen, te werken en te recreëren. Het is daarom van belang het beheer en onderhoud zo efficiënt mogelijk uit te voeren.

Kaders

Het gemeentelijk beleid is erop gericht de openbare verlichting deugdelijk te beheren. In de praktijk komt dat neer op de volgende zaken:

Openbare verlichting 

  • We plaatsen openbare verlichting om zowel de verkeersveiligheid als de sociale veiligheid te vergroten. 
  • We houden ons bij het aanbrengen of vervangen van verlichting aan de Nederlandse richtlijnen voor openbare verlichting. NEN 13201.
  • We passen bij nieuwbouw en reconstructie LED-verlichting toe. 
  • We laten bij elke reconstructie een verlichtingsplan opstellen en toetsen door de beheerder
  • We passen bij nieuwbouw en vervanging van armaturen een dimregime toe. 
  • We gaan zeer terughoudend om met het plaatsen van extra lichtmasten in bestaande gebieden, omdat 
  • dit geen deel uitmaakt van de onderhoudsmaatregelen die we toepassen. 
  • Bij uitval hanteren we een servicelevel in de vorm van responstijden: de tijd waarbinnen een bepaalde melding afgehandeld en mogelijk verholpen dient te zijn. 
  • We verlichten speelplekken in de leeftijdscategorie tot 18 jaar in principe niet, omdat we ervanuit gaan dat de doelgroep op het tijdstip dat de openbare verlichting brandt niet meer buiten speelt en dat het verlichten van deze plekken juist ongewenste activiteiten aantrekt. 
  • We zijn zeer terughoudend met het aanbrengen van verlichting in het natuur-, recreatie- en buitenge- bieden. 
  • We verlichten fietspaden in het buitengebied niet om knelpunten met de Wet Natuurbescherming zo veel mogelijk te voorkomen. 
  • We verlichten achterpaden in gemeentelijk beheer niet we verlichten de ingang van het pad. 
  • De posities van de masten is 0,3m uit de band in woonwijken, op industrieterrein, ontsluitingswegen en stroomwegen staat de mast op 1,0m uit de verharding.
  • Masten boven de 6 m zijn voorzien van grondvleugels

Het dimregime is als volgt:

Tijdsslot

Lichtsterkte

Tot 19:00

100%

19:00 - 22:00

70%

22:00 - 05:00

50%

05:00 - 06:30

70%

Vanaf 6:30

100%

Materiaal

De lichtmasten en armaturen zijn vastgelegd in een productblad, afwijken hiervan kan alleen na overleg en goedkeuring van de beheerder. Bij afwijken dient rekening gehouden te worden met de beheerskosten en zijn extra kosten voor de inicatiefnemer voor de verwachten levensduur van het materiaal.

Kabels en leidingen

Een gedeelte van de gemeente is eigen net.
Daarnaast is er het net van netbeheerder Liander. Dit is een combinet. Liander bepaalt waar de kabels aan moeten voldoen. Gemeente Noordoostpolder is een 16C gemeente. Alleen een door Liander gecertificeerde aannemer mag aan het net werken. Dit kan alleen de onderhoudsaannemer zijn van de Gemeente Noordoostpolder. Andere aannemers mogen ten tijden van dit contract niet aan het netwerkwerken.

Eigen net:

De gemeente heeft op enkele gebieden binnen de gemeente een eigennet. Onder andere in Tollebeek en het centrum van Emmeloord.

Beleid

Lichtsterkte in overleg met de beheerder OVL en volgens de NEN13201-1

Uitgangspunt is Niet verlichten, tenzij.

Ontwerpeisen

Indien verlichting nodig is en er geen andere oplossingen zijn, plaats dan een mast.

  • Bij een verkeersobstakel (zoals drempels, bloembakken) • Bij oversteekplaatsen ten behoeve van voetgangers, fietsers
  • Bij bochten
  • Bij bushaltes
  • Voor woningen zoveel mogelijk in de lengteas van scheiding tussen woningen
  • Op de scheiding van de parkeervakken
  • Zodanig dat combinatie met bebording, bewegwijzering en verkeerregelinstallaties mogelijk is
  • Stem groen en openbare verlichting op elkaar af in de ontwerpfase, bomen op 1,5 meter uit een lichtmast
  • Houdt rekening met aanwezige of toekomstige kabels en leidingen (nutsbedrijven en openbare verlichting)

Materialen

De initiatiefnemer(=projectleider) verzorgt de beheerkostenraming en verzorgt na goedkeuring van het materiaal voor bestuurlijke goedkeuring en financiële dekking voor het toekomstig onderhoud.

Masten

Technische levensduur armaturen 20 jaar, masten 40 jaar. Bij vervanging masten ouder dan 20 jaar dient altijd de kabelaansluitkast vervangen te worden (bevindt zicht achter het serviceluik in de mast).

Hoogte, materiaal, vorm conform opgave beheerder OVL. Bij gebruikelijke materialen rekening houden met een levertijd van 3 maanden en doorlooptijd van 6 maanden. Specials mogelijk in overleg met beheerder OVL. Houdt bij nieuw te ontwikkelde

materialen rekening met een doorlooptijd van tenminste 2 jaar. Er dient altijd een lichtontwerp gemaakt en voorgelegd te worden aan de beheerder OVL. Voor het plaatsen van een mast hoeft geen vergunning aangevraagd te worden.

Armaturen

Armaturen ouder dan 20 jaar dienen vervangen te worden inclusief het aansluitsnoer tussen de kabelaansluitkast en het armatuur. De eisen waaraan de uitvoering moet voldoen is mede van belang voor de ontwerpfase. Hiervoor verwijzen wij naar het beleidsplan openbare verlichting. Armatuurkeuze kunt u opvragen bij de beheerder van de openbare verlichting.

Vergunningen

Indien het niet mogelijk is om de verlichtingsinstallaties op openbaar terrein te plaatsen dient dit besproken te worden met de beheerder OVL. Alleen na overleg en goedkeuring mag gebruik gemaakt worden van terrein van derden. Indien een vergunning nodig is of vestiging van een zakelijk recht, coördineert de initiatiefnemer(=projectleider) hierover namens de gemeente het benodigde overleg met betreffende instanties.

Uitvoering

  • Hoofdkabels OVL in combi met nutsbedrijven laten meeleggen in bouwrijpmaakfase.
  • Voor de werkzaamheden aan de OVL is het verplicht gebruik te maken van de OVL aannemer van de gemeente
  • De coördinatie hiervoor ligt bij de civiele aannemer, die ten minste 2 weken vooraf de werkzaamheden heeft besproken met de OVL aannemer.

Oplevering

  • Per deelgebied
  • Compleet met revisie
  • Compleet met gegevens masten, armaturen en lampen

Opleveringsdocumenten

Revisiegegevens:

OVL net van gemeente Van elk plan dienen voor de oplevering bij de gemeente Noordoostpolder de revisietekeningen digitaal te worden aangeleverd in Autocad-formaat met daarop aangegeven de ingemeten kabels en moffen. De tekeningen dienen te voldoen aan NEN 3610:2011 nl en de NLCS. Tevens moet de revisie R(ijks)D(riehoek) georienteerd worden aangeleverd. De verschillende kabels en moffen dienen in aparte lagen te worden gecodeerd.

Tevens moeten alle mast-, armatuur- en kabelgegevens digitaal in een geschikt formaat worden aangeleverd om het beheersysteem (GBI) volledig te kunnen vullen en de gegevens te kunnen koppelen aan de kaart. De aannemer verzorgt alle benodigde detail – revisietekeningen ten behoeve van de opdrachtgever.

Het gaat hierbij om de digitale locatietekeningen van alle masten, moffen en kabels. De tekeningen behoeven goedkeuring van de opdrachtgever. De aannemer blijft ook na goedkeuring door de opdrachtgever verantwoordelijk voor de door hem gemaakte tekeningen en maatvoeringen.

Alle revisie dient binnen 10 werkdagen na afronding van de werkzaamheden aangeleverd te worden bij de opdrachtgever en/of Liander.

Literatuurlijst

  • 6-1 Beleidsplan Openbare verlichting (in ontwikkeling)
  • 6-2 Beheerplan Openbare Verlichting (in ontwikkeling)
  • 6-3 NPR 13201-1
  • 6-4 Aanbevelingen vanuit de NSVV voor verlichting Ontwerpen (meest recente versie).
  • 6-5 Richtlijn Lichthinder, uitgebracht door de NSVV (meest recente versie).
  • 6-6 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN1010 (meest recente versie), uitgebracht door Nederlands Normalisatie Instituut (NNI).
  • 6-7 Bepalingen voor veilige werkzaamheden NEN3140 (meest recente versie), uitgebracht door Nederlands Normalisatie Instituut (NNI).
  • 6-8 Voorgeschreven materialen voor de openbare verlichting in de gemeente Noordoostpolder. (onderhoudsbestek 2022-2026 als leidraad, via beheerder Noordoostpolder)
  • 6-9 Algemene richtlijnen voor de ondergrondse infrastructuur.
  • 6-10 Handboek lichtmasten, publicatienummer 215, augustus 2005 (CROW).

Technische installaties

Rioolgemalen

In alle gevallen dient de beheerder van de rioolgemalen geraadpleegd te worden. De beheerder bepaalt de definitieve keuze voor het type gemaal en mechanische installatie. De beheerder heeft hiervoor een programma van eisen welke jaarlijks geactualiseerd wordt. Uitgangspunt hierbij is standaardisatie. De actuele programma van eisen is te verkrijgen via de contactpersoon rioolgemalen.

Materiaal en situering

  • Het rioolgemaal uitvoeren volgens PvE gemeente Noordoostpolder.
  • Ga bij de engineering van een rioolgemaal uit van het standaard PvE gemeente Noordoostpolder voor gemalen.
  • Alle gemalen worden aangesloten op het beheersysteem i-Real en zijn te monitoren en te bedienen via MAW.
  • De technische specificaties zijn afhankelijk van de functie van de pompput en dienen in overleg met de beheerder(s) riolering te worden bepaald.
  • De aanbevolen afstand tussen een gemaal en woonbebouwing en is mede afhankelijk van geuremissie en trillings- en geluidscontouren. Middels berekeningen dient aangetoond te worden dat er voldaan wordt aan de geurcirkels en dat er geen overlast door geluid en trillingen ontstaan. Indien noodzakelijk de installatie voorzien van geurfilter.
  • Zorg dat elk gemaal bereikbaar is voor een onderhoudsauto / reinigingsvoertuig. Maak bij het gemaal een verharde opstelplaats voor onderhoudsauto of reinigingsvoertuig. Constructie van de opstelplaats berekenen op voertuigen tot circa 30 ton.
  • De diameter van de persleiding dient te worden bepaald in samenspraak met de leverancier van het gemaal en de pomp. Deze dienen in overleg met de beheerder(s) riolering te worden bepaald.
  • Gebruik een pompput met betonnen geprefabriceerde elementen; uitvoering in overeenstemming met NEN 7126, NEN 7035 en voorzien van KOMO-keur.
  • Gebruik voor minigemalen polyethyleen (PE) putten met een minimale diameter van 800 mm. voorzien van KOMO-keur volgens BRL 2017.

Revisiegegevens

De aannemer dient een revisie te maken van de uitgevoerde werkzaamheden.

De revisietekening dient minimaal de volgende informatie te bevatten:

  • Hoogteligging van besturing- en voedingskabel in meters t.o.v. NAP.
  • Materiaal en diameter van de persleiding.
  • Elektrische revisiegegevens.
  • De revisie dient digitaal te worden aangeleverd in DWG (Autocad) formaat.

De revisiegegevens dienen uiterlijk 2 weken na voltooiing van de werkzaamheden te worden verstrekt aan de directievoerder. Er wordt niet eerder tot oplevering overgegaan dan nadat de revisiegegevens zijn goedgekeurd door de directie en worden verstrekt per mail aan de beheerder van rioolgemalen.

Technische specificaties

Voor rioolgemalen gelden de volgende uitgangspunten, criteria.

  • Het rioolgemaal dient om afvalwater te verpompen naar een lozingspunt of een (riool)gemaal of te injecteren in een (andere) persleiding.
  • De technische levensduur van de betonnen/polyester putten is 45 jaar.
  • De technische levensduur van de elektrische & mechanische delen is 15 jaar.
  • De technische levensduur van de pomp is minimaal 15 jaar.

Pompen

De pompen worden gebruikt voor een rioolgemaal en dienen te voldoen aan onderstaande technische eisen, voorwaarden;

Vooraf zal de keuze van pompen besproken worden met de beheerder van de rioolgemalen.

ALGEMEEN

  • De pomp is geschikt voor het verpompen van onbehandeld huishoudelijk rioolwater.
  • In het gehele werkgebied van de pomp mogen geen cavitatie- en resonantie verschijnselen optreden. Van de toe te passen pomp moet de capaciteit in het werkpunt binnen een bereik van 40% links of 30% rechts van het punt van maximaal rendement vallen.
  • De pomp heeft tenminste een persaansluiting welke gelijk is aan de bestaande pomp, tenzij vooraf anders aangegeven.

NAT OPGESTELDE POMPEN

  • Dompelpompen dienen aangesloten te worden op een (bestaande) gietijzeren voetbocht door middel van een klauwkoppeling welke is voorzien van een aansluiting op de persleiding.
  • Tot de levering behoort een eventuele overgangskoppeling zodat de nieuw te leveren pomp direct op de bestaande voetbochtkoppeling geplaatst kan worden.
  • Het geluidsniveau van de in werking zijnde pompinstallatie dient niet boven de 30dBA uit te komen, bovengronds gemeten op maximaal 1 meter boven de afdekplaat van het gemaal.
  • Dompelpompen dienen voorzien te zijn van een hijsbeugel (voor het aansluiten van een hijsketting).
  • De pomp is voorzien van een soepele stroomkabel van tenminste 10m lengte, type H07RN-F met aders 4G1,5 mm² voor direct gestarte pompen en 7G1,5 mm² voor ster-driehoek schakeling. Indien er een frequentieregeling wordt toegepast dient de pomp voorzien te zijn van een HF- afgeschermde kabel voorzien van EMC – beugels/klemmen/wartels tot aan de frequentieregelaar.
  • De kabelinvoer in de pomp is waterdicht uitgevoerd en is tevens voorzien van een trekontlasting.
  • De stroomkabel dient in de pomp direct aangesloten te worden op de elektromotor van de pomp.

CONSTRUCTIE POMP

  • Pomphuis, oliehuis, zuigdeksel en motorhuis van de pomp zijn vervaardigd uit gietijzer.
  • De pomp-as is vervaardigd uit roestvrij staal 316.
  • Tussen het pompgedeelte en het motordeel is een afzonderlijke kamer die de twee ruimtes scheidt. Deze oliekamer is van de andere ruimten gescheiden door twee mechanische as-afdichtingen die in een vol oliebad lopen.
  • Voor de mechanische as-afdichtingen zijn de volgende materialen toegestaan: Tungsten-Carbite of Silitium-Carbite.
  • De elektromotor moet direct waterdicht op de pomp zijn gemonteerd met een bout-moerverbinding, andere verbindingen zijn niet toegestaan.
  • De motor-as roteert in een steunrollager en een dubbel-rijig hoekcontact-kogellager. De levensduur van de constructie bedraagt tenminste 50.000 uur (L10aah).
  • De waaier is vervaardigd uit grijs gietijzer conform EN 1561-GJL-250 of ASTM-A48-No35B.
  • De pomp is uitgerust met een waaier met verstoppingsvrij ontwerp. Gebruik van een alternatieve waaier is alleen toegestaan na toestemming van de directie en als wordt aangetoond dat het een economisch betere oplossing is.
  • De waaier beschikt aan de kant van de zuigdeksel/slijtplaat over 4 mm diep gehard staal HRC45 (niet bij vortexwaaier).
  • De ruimte tussen de waaier en de slijtplaten / slijtring is instelbaar.
  • De waaier heeft achterwaarts gerichte oploopkanten met een specifieke hoekdistributie, waardoor vaste deeltjes, vezelmaterialen, zwaar slib, slurry en andere substanties in het afvalwater worden verwerkt.
  • De waaier is aan de waaier-as vergrendeld.

Voor dompelpompen geldt verder:

  • Aan de perszijde van de pomp dient een klauw te zitten voor het laten zakken en ophalen van de pomp langs een of twee RVS 316 geleidestang(en), als mede voor het juist aansluiten van de pomp op de bestaande voetbochtkoppeling (of vervangen voetbochtkoppeling zie projectbladen in bijlage 1).
  • De klauw dient zo uitgevoerd te zijn dat deze om de geleidestang(en) heen valt.
  • De pompen dienen geschikt te zijn voor een vloeistoftemperatuur tot max. 40ºC, hebben een dompeldiepte tot maximaal 20 m en zijn geschikt voor continu - of intermitterend bedrijf tot maximaal 15 starts per uur.
  • Het laagste toegestane vloeistofniveau tijdens bedrijf is bovenkant pomphuis.
  • De pompen zijn voorzien van een direct aangebouwde 3-fase kortsluitankermotor, 2 of 4 polig, 50Hz, minimaal isolatieklasse H(180ºC), tot 2,5 kW direct gestart, vanaf 3 kW gestart d.m.v. een softstarter, IP 68, 400Volt.

WERKPUNTEN POMPEN

Daar waar aangegeven dient een pomp te worden vervangen door een pomp met een vergelijkbaar werkpunt.

De aannemer dient bij zijn prijsopgave de volgende onderwerpen op te geven:

  • Capaciteit en opvoerhoogte aangeboden pomp in werkpunt bij enkelloop en samenloop met andere gemalen, mits aanwezig.
  • Grafiek aangeboden pomp met capaciteit- en NPSH kromme, opgave werkpunt en opgave werkpunt ten opzichte van punt van optimaal rendement.
  • Opgenomen vermogen pomp in werkpunt.
  • NPSH grafiek pomp.