Logo van Gemeente Noordoostpolder dat doorverwijst naar de homepage
Logo van Gemeente Noordoostpolder dat doorverwijst naar de homepage

LIOR - Huisvuil

Arjan Kees Brinkman 0527 63 35 58 of a.brinkman@noordoostpolder.nl

Harmen Oenema 0527 63 38 58 of h.oenema@noordoostpolder.nl

Algemeen

  • Componenten van huishoudelijk afval waarbij de inzameling invloed heeft op de inrichting van de openbare buitenruimte zijn restafval, groente-, fruit-, tuinafval en etensresten (GFTe), oud papier (OPK), glas, plastic verpakkingen, blik en en drankenkartons (PBD), luierafval en textiel.
  • Restafval, PBD, OPK en GFTe wordt in de regel bij laagbouw ingezameld met minicontainers (formaat 140 of 240 liter).
  • Bij hoogbouw en bovenwoningen wordt het restafval, OPK met ondergrondse verzamelcontainers ingezameld. Deze hebben een grote van 5m³. Voor GFTe is dit een bovengrondse zuil met daarin een minicontainer van 240 liter. Voor PBD kan het een ondergrondse van 5m³ of een bovengrondse van 3,5m³ zijn.
  • Glas, textiel en luierafval worden ingezameld met zogenaamde milieustraten bestaande uit ondergrondse en/of bovengrondse containers. Deze kunnen ook aangevuld worden met containers voor overige componenten, zoals genoemd bij hoogbouw.
  • In elk dorp en in elke wijk in Emmeloord staat tenminste 1 milieustraat bestaande uit minimaal 1 wit glas, 1 groen/bruin glas ondergrondse containers en 1 textiel.
  • HVC is verantwoordelijk voor de voorzieningen voor afvalinzameling.
  • De roerende delen van de afvalinzameling zijn eigendom van de Inzamelaar HVC. De onroerende delen van de afvalinzameling zijn eigendom van de gemeente Noordoostpolder.

Aantallen

  • Houd rekening dat er per woning een opstelplaats nodig is van tenminste 4 minicontainers van 240 liter. 1 restafval, 1 GFT/e, 1 PBD, 1 OPK container.
  • Bij hoogbouw moet men rekening houden met minimaal 4 verzamelcontainers. 1 restafval, 1 OPK ondergrondse container van 5m³, 1 PMD bovengronds van 3,5m³ en 2x een GFT/e bovengrondse container met een 240L container erin.
  • Bij supermarkten moet rekening gehouden worden dat hier ten minste 1 witglas, 1 groen/bruin glas ondergrondse container van 5m³, 1 bovengrondse container van 3,5m³ voor luierafval en 1 textiel bovengrondse container van 3,5m³ komt te staan.

Ondergrondse containers

  • Het betreft ondergrondse afvalcontainers met een capaciteit van 5m3.
  • De ondergrondse containers voor restafval zijn uitgerust met een systeem voor toegangscontrole op basis waarvan voorkomen kan worden dat de container onrechtmatig gebruikt wordt.
  • De ondergrondse containers worden uitgerust met een systeem om de vullingsgraad te meten.
  • De containers worden uitgevoerd in diverse kleuren, al naar gelang het type afval.
  • Het onroerende deel van de containers is eigendom van de gemeente Noordoostpolder.
  • Het roerende deel van de containers is eigendom van de afvalinzamelaar HVC.
  • Het locatieplan voor ondergrondse containers wordt opgesteld door Wijkbeheer.

Constructie

  • Zorg dat de verharding van de rijbaan berekend is op de druk van het inzamelvoertuig met hydraulische stempels.
  • Zorg ervoor dat de containers goed ingepast worden in het wegprofiel.
  • De containers moeten altijd op een bestraat oppervlak staan.
  • Houdt rekening met vervuiling rond de containers. Vermijd moeilijk reinigbare hoeken en objecten nabij de containers.
  • De ondergrondse container dient te voldoen aan Europese geluidsnormering eisen, en zodanig te zijn ingericht dat omgevingslawaai wordt beperkt. Dit geldt vooral voor glasbakken. Voldaan dient te worden aan EG richtlijn 200/14/EG, < 91dB

Toegankelijkheid

  • Senioren, rolstoelgebruikers en mindervalide burgers dienen eenvoudig toegang te hebben tot de containers. ITS criteria zijn van toepassing op het ontwerp.
  • Het voetgangersplatform van het ondergrondse brengsysteem dient aan de zijde van de inworpopening zo toegankelijk mogelijk te zijn voor minder validen, en dient in ieder geval te voldoen aan richtlijnen SGOA/ CROW 177/ Handboek toegankelijkheid (ISBN 90-5439-104-9)
  • Voor restafvalcontainers wordt er wordt gestreefd naar een maximale loopafstand van 150 meter, gemeten vanaf de erfgrens. Daar waar plaatsing binnen deze afstand niet mogelijk blijkt en/of in het kader van efficiëntie kan hier eventueel van worden afgeweken.
  • Er worden minimaal 40, en maximaal 125 huishoudens bediend per ondergrondse restafvalcontainer. In uitzonderingsgevallen kan hiervan worden afgeweken.
  • Parkeervoorzieningen worden in principe gehandhaafd en kunnen slechts in overleg verdwijnen of verplaatst worden voor de plaatsing van een ondergrondse container.
  • Beplanting zal in sommige gevallen plaats moeten maken voor het plaatsen van een ondergrondse container. Dit zal echter nooit ten koste gaan van waardevolle bomen. Structuurbomen zullen alleen plaats moeten maken indien dit niet ten koste gaat van de structuur.
  • Er wordt gestreefd naar een zo kosten efficiënt mogelijke plaatsing van de containers, waarbij zo min mogelijk ondergrondse infrastructuur (kabels & leidingen) verlegd moet worden. Hierbij dient rekening te worden gehouden met aangescherpte Richtlijnen met betrekking tot de minimale plaatsing afstand tot kabels en leidingen (gas en riool).
  • Er wordt gestreefd naar een optimale verdeling van de containers, zodat een dekkend netwerk ontstaat met een minimaal aantal containers tegen zo laag mogelijke kosten.

Situering

  • De containers worden zodanig geplaatst dat er op ledigingsmomenten minimale verkeershinder en –oponthoud ontstaat. In nauwe straten zou dat kunnen betekenen dat bestuurders achter het ledigingsvoertuig even moeten wachten.
  • De ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat er geen belemmering voor verkeersveiligheid of sociale veiligheid zal ontstaan.
  • De afstand van de ondergrondse container tot de erfgrens bedraagt minimaal 2 meter.
  • De horizontale afstand van de ondergrondse container tot een balkon of galerij bedraagt minimaal 2 meter.
  • De afstand van de ondergrondse container tot de voorgevel van de woning bedraagt minimaal 6 meter.
  • De afstand van de ondergrondse container tot de blinde zijgevel bedraagt minimaal 3 meter. Tenzij dat door fysieke omstandigheden ter plekke niet mogelijk is, dan kan er afgeweken worden met een minimale afstand van 1 meter.
  • Een aantal locaties zal mogelijk worden gecombineerd met de inzameling van andere afvalstromen, zo een milieupark vormend. Deze situatie zal zich voornamelijk kunnen voordoen bij (groepen van c.q. grote appartementen)
  • Inzamelvoertuigen dienen veilig te kunnen stoppen om de container te legen.
  • Plaats de inzamellocatie zo dicht mogelijk langs de rijbaan in verband met bereikbaarheid met de kraan van het inzamelvoertuig. Hart voertuig hart container mag niet meer dan 4,5 meter bedragen. Voor glas containers is dit 3,5 meter.
  • Plaats de inzamellocatie zodanig dat bij het legen geen gevaar voor beschadiging van bomen, lichtmasten, overkappingen en andere objecten bestaat.
  • Er moeten maatregelen worden genomen zodat parkeren voor de inzamellocatie niet mogelijk is of er moet een parkeerverbod worden ingesteld. Geparkeerde auto’s belemmeren het legen.
  • De inzamellocatie mag de loop- en fietsroutes niet blokkeren.
  • Houdt afstand van fietsroutes in verband met gebroken glas.
  • De containers mogen het uitzicht niet hinderen van het verkeer.
  • Plaats containers zodanig dat ze het uitzicht uit woningen en bedrijven zo min mogelijk belemmeren.
  • Plaats de inzamellocatie niet te dicht bij woningen in verband met geluidhinder door brekend glas. Raadpleeg zo nodig een akoestisch deskundige.
  • Plaats de inzamellocaties langs logische loop- of rijroutes, bijvoorbeeld nabij wijkontsluitingswegen of winkelcentra.
  • Zorg ervoor dat er bij de inzamellocatie tijdelijk geparkeerd kan worden door bewoners die glas en textiel brengen zonder dat er een verkeersonveilige situatie ontstaat

Bovengrondse containers

  • Het betreft bovengrondse afvalcontainers met een capaciteit van 3,5m3. Voor de GFT/e betreft dit een behuizing waar een 240L container in kan.
  • De bovengrondse containers voor restafval, GFT/e en PMD zijn uitgerust met een systeem voor toegangscontrole op basis waarvan voorkomen kan worden dat de container onrechtmatig gebruikt wordt.
  • De bovengrondse containers worden uitgerust met een systeem om de vullingsgraad te meten.
  • De kleur van de containers afstemmen met Wijkbeheer.
  • De containers zijn eigendom van de afvalinzamelaar HVC.
  • Bovengrondse restafvalcontainers worden toegepast in tijdelijke situaties of in situaties waar maatwerkoplossingen noodzakelijk zijn.
  • Het locatieplan voor ondergrondse containers wordt opgesteld door Wijkbeheer.
  • De constructie, situering, toegankelijkheid zoals beschreven bij ondergrondse containers zijn ook hier van toepassing.

Minicontainers

  • Bij het ontwerp van nieuwe wijken dient rekening gehouden te worden met clusterplaatsen waar bewoners hun minicontainers op inzameldagen dienen aan te bieden voor lediging. Hiertoe dient vooraf afstemming plaatsgevonden te hebben met Wijkbeheer en de afvalinzamelaar HVC
  • Om de inzameling goed te kunnen uitvoeren is een minimale straatbreedte van 5 meter noodzakelijk.
  • De opstelplekken van containers dienen op de stoep gerealiseerd te worden.
  • Houdt rekening met minimaal 60 cm opstelruimte per containers voor het aanbieden op straat.
  • De clusterplaatsen worden kunnen waar nodig door de afvalinzamelaar HVC met wegenverf en spuitmallen aangebracht worden.
  • De clusterplaats moet groot genoeg zijn voor alle minicontainers van de er op aangewezen woningen. Maximale grootte opstelplaats is 25 meter.
  • De minicontainers worden mechanisch geleegd door een inzamelwagen met zijopname. Hiervoor moeten de minicontainers op een rij kunnen staan met de opnamerand voor het leegmechanisme naar de rijbaan.
  • De minicontainers moeten direct aan de rand van de rijbaan kunnen worden opgesteld.
  • Er moeten maatregelen worden genomen zodat parkeren voor de aanbiedlocatie onmogelijk is of er moet een parkeerverbod worden ingesteld.
  • Het ontwerp van de locatie met schaalplattegrond, objecten in de directe omgeving, aantal woningen in de directe omgeving en beschrijving van de gebruikte materialen moet voor akkoord worden voorgelegd aan Wijkbeheer.

Plaatsingcriteria inzamelvoorzieningen

Nr.

Criteria

Eis

Richtlijn

A

Een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid voor bewoners

1

De inzamelvoorzieningen zijn toegankelijke voor rolstoelgebruikers

x

2

De maximale loopafstand naar een inzamelvoorziening is 150 meter. Bij niet grondgebonden woningen wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde in- of uitgang en bij grondgebonden woningen wordt de loopafstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde erfgrens

x

3

Voetpaden kennen een vrije doorgang van 1,5 meter vanaf de geplaatste inzamelvoorziening

x

B

Een doelmatige inrichting van de openbare buitenruimte

1

De inzamelvoorziening bevindt zich op (in) gemeentegrond. In andere gevallen moet een overeenkomst met de eigenaar van de grond (bijvoorbeeld een Vereniging van Eigenaren) worden afgesloten i.v.m. eigendomsrecht, aansprakelijkheid e.d.)

x

2

Bij ondergrondse inzamelcontainers is de vrije ruimte
> 2m en hijsruimte > 8m

x

3

Bij ondergrondse inzamelcontainers is de afstand tot straatmeubilair > 1m, tot fietspad > 1m, tot rijbaan > 0,5m, tot parkeerplaats > 1m, tot straatkolk > 3m

X

4

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat de container bij lediging niet over geparkeerde auto's getild moet worden

X

5

De inzamelvoorziening bevindt zich niet in het openbare groen, maar bij voorkeur in een verhard gebied. Indien plaatsing in groen toch onontkoombaar is, dan plaatsing aan de randen ter voorkoming van “groensnippers”. Eventueel wordt het groen gecompenseerd

X

6

De lengte van een clusterplaats is maximaal zodanig dat er 20 minicontainers op één rij kunnen worden aangeboden voor inzameling

x

C

Beperking van overlast voor de omgeving

1

Er mag bij aanleg en gebruik van de inzamelvoorziening geen schade aan eigendommen van derden ontstaan

X

2

De afstand van de ondergrondse container tot de erfgrens bedraagt minimaal 2 meter

X

3

De horizontale afstand van de ondergrondse container tot een balkon of galerij bedraagt minimaal 2 meter

X

4

De locaties voor de inzamelvoorzieningen moeten passen binnen het gemeentelijk beleid

X

5

De inzamelvoorziening bevindt zich niet voor een inrit, carport of garage

X

6

De locatie van glasinzameling zo min mogelijk nabij fietspaden en speelplaatsen in verband met de restanten gebroken glas rondom de containers

X

7

De inzamelvoorziening wordt zodanig gesitueerd dat bij de aanleg en bij het legen geen onherstelbare schade ontstaan aan bomen (kroon, wortels)

X

8

De afstand tussen een inzamelvoorziening en speelplaats is minimaal 20 m

X

9

De inzamelvoorziening bevindt zich niet op een laad- en losplaats

X

10

De inzamelvoorziening bevindt zich niet in een parkeervak

X

11

Aan de straatzijde van de inzamelvoorziening is een (tijdelijk) parkeerverbod mogelijk

X

12

Bij ondergrondse inzamelcontainers moet de afwatering goed worden geregeld

X

13

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat voetgangers en rolstoelgebruikers ongehinderd gebruik kunnen maken van doorlooproutes op het trottoir

X

14

De inzamelvoorziening mag een brandgang niet belemmeren

X

15

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat sociale controle op het gebruik van de container mogelijk is

X

16

De hoeveelheid geluid dat bij het gebruik van inzamelvoorzieningen ontstaat moet passen binnen de kaders van de Wet geluidshinder

X

D

De verkeersveiligheid

1

Er ligt geen fietspad tussen de inzamelvoorziening en het inzamelvoertuig

X

2

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het inzamelvoertuig daar veilig zonder extra verkeersmaatregelen kan stoppen en werken

X

3

De inzamelvoorziening bevindt zich niet in de directe nabijheid van een kruispunt dat met verkeerslichten is geregeld (i.v.m. wegnemen zicht en verstoren doorstroming, verstoren verkeerslichtenregeling door op de lussen van opstelvakken te staan)

X

4

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het zicht op verkeersborden, bewegwijzering en verkeerslichten niet wordt belemmerd

X

5

De inzamelvoorziening bevindt zich niet naast een bushalte of een busbaan

X

6

De inzamelvoorzieningen moeten zodanig bereikbaar zijn dat het inzamelvoertuig niet achteruit hoeft te rijden

X

7

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat gebruikers die wonen aan een gebiedsontsluitingsweg (50 km/u)  zo weinig mogelijk die weg behoeven over te steken

X

8

Een container wordt niet geplaatst binnen 5 meter van een voetgangersoversteekplaats (VOP)

X

9

In verband met de doorstroming en de snelheidsverschillen op gebiedsontsluitingswegen (50 km/u) mag het inzamelvoertuig niet op de rijbaan de inzamelcontainers lossen en bewoners niet op de rijbaan stoppen om het huisvuil aan te bieden (zie bijlage kaartje wegencategorisering)

X

10

In verband met de doorstroming en de snelheidsverschillen op wijkontsluitingswegen (50 km/u) mag het inzamelvoertuig niet op de rijbaan de inzamelcontainers lossen en bewoners niet op de rijbaan stoppen om het huisvuil aan te bieden (zie bijlage kaartje wegencategorisering)

X

E

De arbeidsbelasting voor de inzamelaars

1

De inzamelvoorzieningen zijn zodanig gesitueerd en ingericht dat, i.v.m. de beperking van de arbeidsbelasting, mechanisch inzameling mogelijk is

X

2

Bij mechanische inzameling bestaan de clusterplaatsen, voor het aanbieden van minicontainers, in principe uit één rij op een verharding, tenzij dit een doelmatig inrichten van de openbare buitenruimte beperkt

X

3

De afstand tussen de clusterplaats en het inzamelvoertuig is maximaal 3 meter

X

F

Financiële en inzamel logistieke aspecten

1

De locatie is zodanig gesitueerd dat geen kabels en/of leidingen moeten worden verlegd

X

2

De locatie is zodanig gesitueerd dat er geen graafwerkzaamheden benodigd zijn in vervuilde grond

X

3

De locatie van een inzamelvoorziening dient bereikbaar te zijn voor het inzamelvoertuig

X

4

Er dient stempelruimte aanwezig te zijn

X

5

In verband met de hoogte van het inzamelvoertuig is de doorrijhoogte van bruggen, viaducten en andere obstakels op de route naar voorzieningen is minimaal 4 meter en de rijbaanbreedte minimaal 3.50 meter

X

6

Het gewicht van het inzamelvoertuig, dat maximaal beladen is, kan geen schade  veroorzaken aan het wegdek naar de inzamelvoorziening

X

7

De inzamelvoorziening is zodanig gesitueerd dat het inzamelvoertuig (bij lediging van de container) geen hinder ondervindt van aanwezige objecten

X