LIOR - Kabels en Leidingen
Klaas van der Zee (0527) 63 38 53 of k.vanderzee@noordoostpolder.nl
Ondergronde infrastructuur
Algemeen
- De gemeente is vergunningverlener voor het hebben, leggen, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen in de door de gemeente beheerde gebieden.
- De gemeente bepaalt het beleid ten aanzien van kabels en leidingen, passend binnen het rijksbeleid.
- De algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI) en het Handboek Kabels en leidingen zijn van toepassing: https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624369/1
- De kosten voor het verleggen van bestaande kabels en leidingen in het te ontwikkelen terrein komen voor rekening van de ontwikkelaar.
- Houdt rekening met vereisten en voorschriften van de kabels en leidingen beheerder.
- Oude, buiten gebruik gestelde leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd te worden.
- In de tracébepaling en het tracéprofiel is geen situering voor warmtenetten opgenomen. Ontwerpen in die zin zullen project specifiek worden benaderd. Kadervorming en voorwaarden worden in vooroverleg bepaald en uitgewerkt.
Dit geld ook voor b.v. kabels en leidingen t.b.v. bedrijfseigen transport of verbindingen.
Situering
- Plaatsing van ondergrondse brandkranen wordt door Vitens in overleg met de brandweer en gemeente bepaald.
- Zorg in bestaande gebieden dat revisie gegevens en nieuw aan te leggen kabels en of leidingen op elkaar worden afgestemd.
- Breng boven de kabel en leiding tracés een open verharding aan
- Reserveer op openbaar terrein ruimte voor bovengrondse nutsvoorzieningen, zoals trafo’s, schakelkast, gasregelinstallatie, laadpalen en dergelijke.
- Voor kruisingen van K&L met een asfaltverharding, wordt een mantelbuis toegepast.
- Pas bij kruisingen van K&L met gefundeerde wegen mantelbuizen toe.
- Ontwerpen en aanleggen volgens “standaard profiel Kabels & Leidingen”.
- K&L dienen in openbare grond te liggen, bij voorkeur in trottoirs. Uitzondering is privaat initiatief, dan is de nadrukkelijke voorkeur ligging in grond van VVE (Semiopenbaar).
- Het maaiveld boven de sleuf kan op verschillende manieren worden afgewerkt. In volgorde van voorkeur:
- Vrije grasberm
- Onder trottoir, bestrating op zand
- Onder openbare weg, elementenverharding op zand
- Na aanleg dient in een eventuele tijdelijk situatie (stel dat ophoging terrein pas later plaats vindt) minstens 50 cm dek op de kabels.
- Tracé dient op definitieve hoogte of lager te worden aangeboden aan Combi Aannemer (zie ook bovenstaande eis).
- Er dient bij voorkeur aan weerszijden van de weg een K&L-strook te worden aangeboden, zo worden wegkruisingen bij het maken van aansluitingen voorkomen.
- Mocht een K&L-strook aan weerszijden van de straat om wat voor reden ook "onmogelijk" zijn, dan dient deze strook aan de zijde met het grootste aantal aansluitingen te worden gesitueerd.
- Plant geen bomen of diepwortelende heesters op leidingtraces.
Randvoorwaarden
- K&L worden aangelegd volgens een voor de betreffende regio afgestemd profiel (profielen bijgevoegd onder aan deze lijst). Let wel, i.v.m. verminderde aanleg van gas kan deze in overleg qua ruimte uit het profiel worden gelaten.
- Afstand K&L tot bomen/diepwortelend groen minimaal 2 meter zonder of 1 meter met wortelscherm (dus geen worteldoek!). Netbeheerders gaan ervan uit dat eisen vanuit groen zelf over het algemeen strenger zullen zijn, advies is om hierover informatie bij deskundigen in te winnen. Denk hierbij aan een duurzame oplossing. Groen wordt groter en K&L zullen onder de genoemde voorwaarden bereikbaar moeten blijven.
- Afstand water- en gasleiding tot funderingen van bouwwerken moet minimaal 1 m bedragen
- Afstand water- en gasleiding t.o.v. riool moet minimaal 1m bedragen
- Afstand tussen de HD Gasleidingen en bebouwing dient aan minimale maten te voldoen. Dit dient met Liander te worden afgestemd. (Richtlijn: 2 meter bij HD leidingen < 200mm, 3,5 meter bij HD leidingen > 200mm
- K&L strook mag niet in de lengte richting onder stelconplaten, straatmeubilair, trottoirbanden, kolken of molgoten etc. liggen.
Bodemgesteldheid
- De K&L-strook dient schone grond te bevatten (in ieder geval geen saneringslocatie).
- K&L mogen niet aangelegd worden in puin/sterk puinhoudende grond.
- Uitgangspunt K&L aanleg is dat sleuf wordt aangevuld met uitkomende grond. Als de initiatiefnemer graag ziet dat de sleuf wordt voorzien van zand, dan dienen hierover afspraken te worden gemaakt. Opties; Initiatiefnemer legt vooraf een K&L sleuf/cunet in zand aan OF initiatiefnemer levert zand op het werk en voert de vrijkomende grond af voor haar rekening.